Nasleep van de campagne

gehoorzaamheidDoor de onverwachtte campagne bij het winkelcentrum was de Opperdienaar helemaal vergeten het toiletpapier te kopen waarvoor hij eigenlijk naar de winkel was gegaan.
Zijn fout werd hem pijnlijk duidelijk toen hij op zijn troon zat in het kleine kamertje en in paniek naar de lege toiletrolhouder keek. Met zijn broek op zijn enkels gluurde hij om de hoek van het toilet de woonkamer in voor een stuk papier. De krant las hij al jaren niet meeren en hij had een nee/nee sticker, dus dat was geen optie. Als hij zich ver uitrekte kon hij echter net een rondslingerend stuk papier pakken zonder met zijn broek naar beneden door de woonkamer te hoeven paraderen.

Gelukkig ruimde hij nooit zo goed op, dat kwam nu mooi van pas. Hij griste het papier van de grond en zijn ogen gleden er overheen terwijl hij het naar zijn achterste bracht. Wacht eens even, dat was de kandidatenlijst voor de verkiezingen van de gemeente. Nu moest hij toch nog kiezen. Hij overpeinsde welke partij de eerste kans zou krijgen om in direct contact met de kiezer te komen. Zou het de “Samen Sterk Partij” worden of “Solidariteit zover het oog rijk”? “Blauw zijwaards” was ook nog een optie. Erg nauwkeurig zou hij het niet kunnen bepalen, het zou bijna zeker een coalitie gaan worden.

Keuzestress maakte zich van hem meester. Dit soort moeilijke keuzes zou niet meer noodzakelijk zijn in een maatschappij waarin alles bij wet geregeld was. Een wet met een straf en een politieman met een wapen, de gedachte maakte hem helemaal warm van binnen. Mensen hadden hem wel eens gevraagd waarom hij altijd zo extreem was, vroeger wilde hij dat in alle behoeftes voorzien werd door middel van vrijwillige relaties en nu moesten alles opeens via dwang. Waarom niet een beetje van dit en een beetje van dat? Dat was echter niets voor de Opperdienaar. Als je ziek bent en je hebt de keuze tussen een medicijn dat niet werkt, een medicijn dat je helemaal beter maakt en een medicijn dat een beetje werkt, kies je toch ook niet voor de laatste omdat het de gulden middenweg is? Wat dat betreft was hij het nog helemaal met Ayn Rand eens: elk compromis tussen voedsel en vergif betekent de dood. OF een problemen kunnen het best met een pistool opgelost worden, OF met een dialoog. Voor de Opperdienaar was het onzin om net te doen of je met een dialoog bezig was, maar opeens een pistool te pakken als de ander het niet met je eens wilde worden. Dan was het al geen dialoog aan het begin en dan kon je beter alles maar met een pistool regelen.

Het was overigens een verschijnsel dat je op veel gebieden zag. Tussen religie en atheisme zaten de agnosten (die 'je kunt het niet weten' zelf nooit acceptereerden als je ze vertelde dat je dacht dat ze ze al terugbetaald had), tussen vrije wil en determinisme zaten de compatibilisten en tussen slavernij en vrijheid zaten de minarchisten met hun mini heersers. Thomas Jefferson zei ooit:"Zij die een klein beetje vrijheid willen inleveren in ruil voor veiligheid, zullen noch vrijheid , nog veiligheid kennen". In de interpretatie van de Opperdienaar betekende dit dat ze het ook niet bij het inleveren van een klein beetje vrijheid moesten laten. Vrijheid betekende vrijheid van keuzestress en dus was slavernij de ultieme vrijheid.

Comments:

Doneer2a