De Opperdienaar op campagne

gehoorzaamheidDe lijsttrekker van de Partij van de Slavernij maakte afgelopen zaterdag een wandelingetje door het dorp, want ook de Opperdienaar heeft wel eens nieuw toiletpapier nodig en dan moet je toch even naar de winkels, want politici zorgen daar niet voor.

 

Daar stapte iemand op hem af met een geforceerde glimlach en een fel gekleurd jack.

"Weten we al wat we gaan kiezen op 3 maart?" was zijn openingszin?

"Ik denk dat het gewoon de Partij van de Slavernij wordt", antwoordde  de Opperdienaar.

De man zijn wenkbrauwen schoten alle kanten op, terwijl de geforceerde glimlach op zijn mond bleef staan. Het was een wonderbaarlijk schouwspel. Toch was deze meneer van een partij waarvan de leden in wonderen van de oppergod geloofden, dus je zou zeggen dat ze nergens van opkijken. De stand van zijn wenkbrauwen vertelde echter dat zijn geloof zwak was. Niet dat de andere partijen op het plein niet in wonderen geloofden, maar niet allemaal van de oppergod.

De Opperdienaar wist gelijk wat hem te doen stond, hier gebeurde het, dit was de slavenmarkt en daar moest de Opperdienaar natuurlijk tussen staan. Hij spoedde zich naar huis om een felgekleurd jack te halen, veegde een smerig tafeltje af en ging er opgetogen mee naar het marktplein. Hij stelde zijn tafeltje op precies in de ingang van het nieuwe winkelcentrum, zodat mensen in hun gang naar de vrije markt letterlijk geblokkeerd werden door de Partij van de Slavernij. Het was zaterdag en veel mensen wilden vrijwillige relaties aangaan en eigendommen met elkaar uitwisselen en de Opperdienaar stond met zijn tafeltje precies deze vrijwillige relaties te verhinderen, de core business van de overheid.

Sommigen van zijn concurrenten deelden soep uit, zodat de onderdanen vast aan de gaarkeukens konden wennen die hun beleid zou gaan veroorzaken. Anderen deelden ballonnen uit aan kinderen of lieten ze wat schilderen. Een goede strategie dacht de Opperdienaar, want kinderen kun je maar beter te vriend houden, wanneer ze er later achter komen met wat voor schulden ze zijn opgezadeld. Er was er geen één politicus die boetes uitdeelde, terwijl de kartelwet er toch behoorlijk overtreden werd.

De Opperdienaar deed gewoon wat politieke partijen horen te doen: mensen blokkeren bij het doen van hun vrijwillige handelingen met andere mensen. Het tafeltje was iets te klein voor de ingang, dus de Opperdienaar schoof het snel heen en weer als iemand het winkelcentrum binnen wilde. Hij had op een bordje geschreven dat het 1 euro kostte om er door te mogen. Het duurde niet lang voordat een fel gekleurd jack op hem afkwam.

"Heeft u daar wel een vergunning voor?", vroeg de man die agressief overkwam.

Er voegden zich in rap tempo meerdere mensen die de Opperdienaar boos aankeken en opmerkingen naar zijn hoofd slingerden die hier niet herhaald zullen worden. De Opperdienaar snapte deze reactie niet. Meestal reageerden mensen paniekerig op het idee van vrijwillige relaties en pleitten ze vurig voor regulering en waren daarbij niet vies van het schenden van eigendomsrechten. De schreeuwende groep groeide aan en hoewel de Opperdienaar niet vies is van een geweld, vervult hij daarin wel bij voorkeur een sturende rol. Hij bedacht snel wat er mis kon zijn. Op de enquête op zijn website www.partijvandeslavernij.nl bleek dat mensen het liefst gedwongen werden op het gebied van hun gezondheidszorg.

Hij pakte snel zijn tafeltje op en toog naar de apotheek.

Waarom stonden er eigenlijk nooit ondernemers op de trappen van het gemeentehuis, maar wel andersom? Hoewel, hij meende Leo van de karateschool er wel eens te hebben gezien, maar dat was bij de achterdeur en hij had een hoed en een zonnebril op, dus het was moeilijk er 100% zeker van te zijn. Dat was al weer een tijdje geleden, niet zo lang voordat er betaald parkeren bij Leo zijn concurrent werd ingevoerd.

Comments: