Intermediair

intermediair logoDe Opperdienaar wil even langs deze weg de intermediair feliciteren met het fantastische artikel "Moet de overheid haar tanden laten zien na 30 jaar halfbakken liberalisering en privatisering". De auteur Kees Versluis interviewt een aantal (aspirant) subsidiesponzen zoals de nationale denktank 2010 over de rol van de overheid. In deze denktank zijn uit honderden sollicitanten de 22 briljantste gekozen om onbetaald na te mogen denken (u leest het goed, nee u leest het echt goed). Ze denken daar (Amsterdamse Science Park) 13 uur per dag na over de vraag hoe de wantrouwende burger omgekneed kan worden tot een betrokken onderdaan. Tot nu toe is de conclusie van de denktank dat de politie wat minder moet pikken. Minder vriend, meer ordehandhaver dus.

 

Hier is de Opperdienaar het van harte mee eens. Er staan te weinig cameras en pistolen op de onderdaan gericht en daar wordt hij wantrouwig van. Het aantal cameras op de burger is de laatste jaren drastisch afgenomen in een ongekende liberaliseringsgolf. Zelfs op het huis van de auteur van "1984", George Orwell, die een wereld onder controle van Big Brother schetste, staan vandaag de dag nog maar 32 cameras gericht. Het vertrouwen van de burger in de overheid kan hersteld worden door hem meer 'te sturen' met meer cameras, wetten en straffen en hem meer dingen te laten doen tegen zijn wil..

Ook wordt de toegenomen agressie tegen de politie als een probleem genoemd door de aspirant ambtenaren. Wederom een goed punt volgens de Opperdienaar: De politie moet meer optreden en ik denk dat het goed is om het amerikaanse repressieapparaat als voorbeeld te stellen zoals hier, hierhier en hier. Dit land heeft tenslotte de grootste en sterkste overheid die deze planeet ooit gekend heeft met militaire bases over hele wereld.

Andere aangehaalde deskundigen die hun diensten niet vrijwillig zouden kunnen verkopen in het intermediair artikel zijn: Pieter Tops hoogleraar bestuurskunde, Francis Fukuyama die het falen van de overheid rond de orkaan Katrina in New Orleans gebruikt om voor meer overheidsmacht te pleiten en Frank Ankersmit, hoogleraar intellectuele en theoretische geschiedenis.

De Opperdienaar vindt het een briljante strategie van de auteur om alleen (aspirant) ontvangers van door de overheid gestolen geld te vragen en je verre te houden van het ordinaire gepeupel die het geld onder dwang moeten ophoesten. Je gaat niet aan een banketbakker vragen of hij zijn geld zou uitgeven aan een hoogleraar intellectuele en theoretische geschiedenis. Bij een ontkennend antwoord moet je dan verder gaan met:"en hoe zou u daar over denken als u met gevangenis bedreigd werd als u de belasting niet betaalde die zijn salaris bekostigt?" Dat maakt het gesprek minder prettig en je kunt je beter tussen staatsafhankelijke pseudo-intellectuelen begeven die 13 uur per dag onbetaald nadenken, dan bijvoorbeeld oorlogsslachtoffers in Irak of Afghanistan vragen wat zij vinden van een krachtige westerse overheid die 'minder vriend is'. Om de indruk van een brede concensus te wekken dat meer onderdrukking gewenst is, rondt de auteur de zaak af door te zeggen dat zowel 'links' als 'rechts' het er over eens zijn. Het is als vragen aan 2 verschillende wapenleveranciers wat zij van meer oorlog vinden. Briljant.

De Opperdienaar denkt dat na jaren de intellectuele sloffen aandragen van machthebbers Kees Versluis nu eindelijk zelf een plaatsje verdiend heeft in het pantheon van uitbuiters en hij denkt hierbij aan een functie als zijn compulsieteamleider propaganda en indoctrinatie binnen de Partij van de Slavernij. Snoepreisjes zijn mogelijk. Dit heeft tevens als voordeel dat hij niet meer in eufemismen hoeft te spreken als 'sturen', 'beleid', 'handhaven', 'betrokken landgenoot', 'stimuleren' en 'ingrijpen', maar in plaats daarvan duidelijker termen kan gebruiken zoals 'dreigen', 'dwingen', 'afpersen', 'onderdaan', 'belastingslaaf' en 'heerser'. Want bij de Partij van de Slavernij zijn we recht door zee.

Comments: