Als geld sterft

hyperinflation_2uVrijspreker: U had een boek gelezen getiteld "When money dies" van Adam Fergusson

Opperdienaar: Inderdaad, het boek is bedoeld als waarschuwing voor wat voor ellende onderdanen kan overkomen als hun overheid een monopolie over de geldcreatie krijgt. Je kunt het echter ook lezen als een handboek met veel nuttige tips voor onderdrukkers om hun handen op de productie van de onderdanen te leggen. Als leidraad wordt de Weimar hyperinflatie genomen. 

Vrijspreker: Misschien handig om enkele van deze tips te delen met de lezer?

Opperdienaar: Het boek slaat dit over maar het begint allemaal met de instelling van de welvaartsstaat door Bismarck (1880). Het prachtige principe van dfe goedkeuring van diefstal van een grote groep door een kleine groep met het excuus van zorg en bescherming voor een derde groep. Het pad is nu ingeslagen dat onherroepelijk tot de totale confiscatie van de levens van veel onderdanen leidt.

Geweld is als inflatie en moet zich altijd uitbreiden om de gevolgen van eerder geweld en inflatie af te dekken. Niet zo lang hierna kwam dan ook de eerste wereldoorlog. De Engelse overheid financierde WOI voornamelijk met belasting, maar de Duitsland heersers voornamelijk met schuld. Die oorlog eindigde met een nederlaag van Duitsland en een bezetting van het Rijnland om de Duitsers enorme herstelbetalingen af te dwingen. Hier had hun overheid een contract voor getekend in Versaille. Dit deed de overheid grotendeels door inflatie van de geldhoeveelheid. Dit leverde sociale onrust op en hier begint het boek. Hoewel het voornamelijk over Duitsland gaat, worden Oostenrijk en Hongarije ook meegenomen, omdat die hetzelfde lot ondergingen. Hieronder wat passages uit het boek.

In Oostenrijk (en Hongarije), waren bureacraten het hardst geraakt, omdat ze geen vaardigheden hadden die ze konden verkopen. Vanwege de instorting van het Habsburgse keizerrijk waren er in Wenen meer ambtenaren voor een land van 6.5 miljoen inwoners dan in een hele monarchie van 50 miljoen. De Oostenrijkse staatsspoorwegen hadden een tekort van 6 miljoen/jaar oftewel 1/3 van het totale tekort van de overheid. De treinkaartjes kosten 1/5 van wat ze in andere landen kosten en er was 50% meer personeel.

Relschoppers in Duitsland riepen om een progressieve belasting en wilden al het goud van anderen aan de staat geven. De prijs van eerste levensbehoeften schoot omhoog waardoor de stedelingen de boeren gingen haten. Iedereen zocht wanhopig naar iemand om de schuld te geven: gierige toeristen, andere landen politieke partijen, rassen, andere sociale klassen, de arbeiders met hun looneisen, de zelfzuchtigheid van industriëlen, de geslepen joden en natuurlijk de speculanten die geld verdienden in de markten. Iedereen ontweek belasting door zijn geld in in het buitenland te stallen. Degenen die oorlogsobligaties gekocht hadden, verloren het meest omdat ze terugbetaald kregen in waardeloos geworden geld.

Let op dat de overheid hier grote hoeveelheden geld drukt en de feitelijke oorzaak is van de enorme prijsstijgingen, terwijl iedereen de schuld krijgt behalve de overheid. De algemene indruk was dat de prijzen stegen omdat koersen omhoog gingen en dat de koersen gingen omhoog door speculatie van de joden. Als je voldoende wapens en propaganda op de juiste manier gebruikt zal een dergelijke truc altijd lukken. De joden werden het onschuldige offerlam uit de bijbel dat geslacht moet worden om de eigen zonden op zich te nemen. De joden werden zeg maar christus aan het kruis die stierf voor onze zonden (ja, ook die van jouw, smerige zondaar). De joden moesten de zonden dragen van de welvaartsstaat.

Vertoon van rijkdom was zelfs strafbaar gemaakt en je kon er voor in de gevangenis worden gegooid (hierbij werd onderscheid gemaakt tussen eenmalig en permanent vertoon van rijkdom). 

Ook dacht men dat de dollar omhoog ging en had niet door dat de mark omlaag ging. De oorlogsreparatiebetalingen werden bewust vaag gehouden. Rathenau ontkende dat de geldpersen iets te doen hadden met stijgende prijzen. De overheid had huurbegrenzingen ingevoerd, waardoor de hele bouwsector lam was komen te liggen. Dit doordat de huren achterbleven bij de prijsstijgingen en het onzinnig was om nog te bouwen.

Toen de geldpersen van de Reichsbank het niet meer aankonden werden licenties gegeven aan prive bedrijven en lokale overheden om geld te drukken. Dit was een praktijk die eigenlijk al plaatsvond, maar nu met officiële goedkeuring van de Reichsbank. Er was continu een tekort aan geld.

Studenten uit Straatsburg kwamen naar een banketbakkerij in Duitsland om binnen een half uur de hele zaak leeg te kopen. De eigenaar leek niet echt blij met zijn snelle verkoop. De prijzen in Marken waren hoog en vaak onbetaalbaar voor Duitsers, maar spotgoedkoop voor buitenlanders.

Winkeliers werd verplicht staatsgeld te accepteren, maar ze wisten vaak een excuus te verzinnen. Er ontstond een shoppingmanie om van je geld af te komen. Een oude vrijgezel kocht babykleren omdat er niets anders te koop was. Winkeliers vonden vaak een smoes om de winkel dicht te houden (ziekte). 

Speculatie op de aandelenmarkten neemt een grote vlucht, omdat mensen een aandeel in een bedrijf zekerder achtten dan het snel in waarde dalende geld. Bedrijven maakten hier weer gebruik van door veel nieuwe aandelen uit te geven (inflatie besmetting).

In Hongarije vindt een confiscatie van 20% van de banktegoeden plaats onder László Heged?s. Daarna bewaarden mensen hun geld thuis. Hierna kwam hyperinflatie die dit vervolgens ook waardeloos maakte. De waarde van geld ging zelfs sneller omlaag dan de uitgifte geld, omdat de uitgifte geanticipeerd werd. Boeren hielden hun voedsel zo lang mogelijk achter omdat toekomstige prijzen hoger waren.

Mensen protesteerden bij dure hotels, waar voornamelijk buitenlanders zaten van wie verondersteld werd dat ze de prijsstijgingen veroorzaakten. De prijs van aandelen ging omhoog, maar de goudwaarde van aandelen bleef zakken aan het einde van de oorlog tot 1/3 van het niveau van voor de oorlog, in oktober 1922 1/300. Daimler automobielfabrieken kon gekocht worden voor 327 van zijn eigen auto's (14 november 1923), het dividend was maar 0.25%. Waar Deutsche bank in 1913 over een kapitaal van 200 miljoen nog een dividend gaf van 25 miljoen, gaf het in 1922 over een kapitaal van 400 miljoen slechts een dividend van 1.5 miljoen goldmarks.

In oktober 1922 was de bodem bereikt (in harde valuta) voor aandelen en veel Duitsers beschouwden de mark nog steeds zo goed als goud.

Inflatie liep verder op tot er een moment kwam dat een kop koffie 5000 mark kostte, maar 8000 mark tegen de tijd dat het opgedronken was. Op 8 september 1923 werd een 'devizen commisaris' benoemd die de volmacht kreeg om goud in beslag te nemen en te ruilen tegen goud certificaten (zowel zilver, goud als platina in ruwe en muntvorm). De Wucherpolizei (woekerpolitie) deed op 20 september een razzia bij de cafe's en restaurants bij Unter den Linden/Kurfürstendamm en dwong alle klanten om hun portemonnee te openen waarbij alle valuta in beslag werden genomen (de klanten kregen wel bonnetjes van hun dienaars).

Een plunderende groep burgers trok uit stad naar platteland, plunderde allerlei winkels, sloegen meubilair kort en klein en slachtten vee in de stal.

Op 26 september schortte Stressman 7 artikelen van Weimar grondwet op en gaf handelingsbevoegdheid aan Gessler. Duitsland was een militaire dictatuur geworden onder een voornamelijk socialistisch kabinet. Het land werd verdeeld in zeven militaire districten, met een lokale militaire dictator over elk district.

Goederen en diensten in Duitsland waren spotgoedkoop voor buitenlanders, die ontzettend veel marken kregen voor buitenlandse valuta. Dit bleef duren zolang Duitsers zelf marken nog zagen in relatie tot hun vroegere waarde. Op een gegeven moment was alle vertrouwen in de munteenheid ook bij Duitsers zelf verdwenen en waren goederen in Duitsland opeens duurder voor buitenlanders dan in hun eigen land.

Toen iedereen alle vertrouwen verloren had in de Mark en er een miljard mark in een vroegere goldmark gingen (4 biljoen Mark in de dollar), gaf de sterke man een nieuwe munteenheid uit (15 oktober 1923), dit keer stabiel, door zondebokken aan te pakken. Bij deze wisseling van oude naar nieuwe mark, gingen evenveel geïnflateerde marken in een originele goldmark als er vierkante millimeters in een vierkante kilometer gingen. Dat is 1 miljoen maal 1 miljoen. De onwetende Duitse onderdaan, die onterecht dacht dat de inflatie door zondebokken kwam (speculanten,joden,boeren en toeristen), kreeg weer vertrouwen in deze rentenmarken, ook omdat er een andere naam op stond. Het was ook al in Hongarije en Oostenrijk gebleken, dat alleen het woord stabiel aan een nieuwe munt koppelen en de belofte zondebokken aan te pakken, voldoende was om het vertrouwen te herstellen.

De hyperinflatie had een min of meer gelijke distributie van kapitaal veranderd naar een distributie waarbij een kleine groep een enorme hoeveelheid kapitaal bezat. Maar het feest was nog niet voorbij, na een linkse hoek, komt een rechtse.

Veel onderdanen waren nu helemaal ingesteld op inflatie. Overleven betekende: zoveel mogelijk lenen en een flinke voorraad tastbare spullen aanleggen die hun waarde behielden, terwijl je schuld waardeloos werd. De nieuwe stabiele rentenmark had nog steeds een hoge rente (maar nu was dit een echte rente die niet wegviel tegen prijsstijgingen). Handelaren hadden desondanks hun oude gewoonte voortgezet en groot ingekocht met geleend geld in de verwachting de lening terug te betalen met gedevalueerd geld. Ze raakten in paniek toen die stortvloed van nieuw geld niet kwam en dumpten hun voorraden op de markt. De prijzen vielen omlaag, maar de gewone man kon het nog steeds niet kopen, omdat hij te weinig rentenmarken had. Werkeloosheid liep op en degenen die wisten wat er ging gebeuren met de rentenmark, hadden al hun tastbare zaken verkocht en omgezet in leningen tegen hoge rentes aan mensen die niet doorhadden dat de inflatietijden voorbij waren en er lustig op los leenden. 

?In deze grafiek is te zien hoe de heerser eerst onderdaan 1 alles afpakt, die denkt dat zijn papiertjes van de overheid echt geld zijn, en daarna de onderdaan 2 die denkt dat papiertjes van de overheid altijd minder waard worden.heerser_hoekt

Hitler financierde de oorlogsmachine met schuld en uiteindelijk werd na WOII, in 1948 ook de rentenmark 10:1 vervangen door een nieuwe mark. Degenen die alles van te voren hadden zien aankomen en daar van profiteerden waren zeer gehaat. Veel joden hadden snel door wat er aan de hand was.

Ik zou willen opmerken dat veel libertariërs ook in de categorie zitten, die deze trucs van overheden over het algemeen goed doorhebben. Dit ondanks het feit dat ze niet in welingelichte kringen verkeren die ze duidelijk maken wanneer de geldpersen aan en wanneer ze uit gaan. Welingelichte kringen die nooit in de categorie zondebok komen.

Het draaiboek Weimar is hier afgezet tegen de USA vanaf het jaar 2001

Comments:

Doneer2a